Palatinose

Palatinose of Isomaltulose (generische benaming) is een zuiver, wit en zoet koolhydraat dat wordt afgeleid uit een natuurlijke bron van sucrose. Palatinose ontstaat door eenenzymatische herschikking van de alpha 1,2 binding tussen glucose en fructose naar een alpha 1,6 binding (zie moleculaire structuur).

Het resultaat van bovengenoemde herschikking is een uiterst trage suiker die in combinatie met andere aanwezige suikers zorgt voor een nog betere spreiding van de energievoorziening in ons lichaam. Onderstaande kenmerken dragen dan ook bij tot het specifieke karakter van Palatinose.

1. Het leveren van langer durende energie

De trage opname van Palatinose door het lichaam resulteert in een beperkte toename van de bloedglucose en verschijnt dus veel trager in het bloed. Als gevolg hiervan blijft de energie uit Palatinose veel langer aanwezig en zorgt dus voor een constante aanlevering over een langere periode tov bijvoorbeeld glucose (zie grafiek).

2. Een lage glycemische index

De glycemische index (GI) van voedingsmiddelen bepaalt de invloed op het bloedglucose-niveau. De lage glycemische index van Palatinose resulteert in een tragere opname door het lichaam. De GI van Palatinose is 32 (Hoge GI: +70 – Lage GI: -40)

3. Geen overreactie van bloedglucose

De inname van een teveel aan gewone (snelle) suikers kan leiden tot een hypoglycemisch tekort. De energie uit snelle suikers wordt snel opgenomen door het lichaam, maar wordt ook sneller opgebruikt waardoor een tekort aan bloedglucose ontstaat. Gevolg: honger, vermoeidheid, beven, … het zogenaamde ‘zwarte gat’. De energie uit Palatinose zal pas na een veel langere periode deze grens bereiken (zie grafiek).

4. Lage insuline index

Net zoals Palatinose een beperkte reactie van de bloedglucose kent, heeft het eveneens een lage insuline index. Insuline is van belang bij de opname van voedingsstoffen door onze spieren en draagt dus bij tot het leveren van energie en het opbouwen van spierweefsel.

Gezien insuline wordt aangemaakt door het eten van koolhydraten dient ons lichaam dus voldoende koolhydraten (suikers) op te nemen om goed te kunnen presteren. Om een zo constant mogelijke energievoorziening te bevorderen moeten zowel snelle, minder snelle en trage suikers worden ingenomen. Indien men zich enkel beperkt tot de inname van enkelvoudige of snelle suikers kan insuline resistentie optreden. Concreet wil dit zeggen dat ons lichaam niet meer reageert op de insuline en ons dus niet meer kan voorzien van de nodige energie. Het resultaat hiervan is dat de aanwezige suikers in vet worden omgezet. De lage insuline index (30) van Palatinose draagt dus bij tot het op peil houden van het insuline niveau in ons lichaam (zie grafiek).

Conclusie: Desondanks het feit dat Palatinose een trage suiker is wordt het volledig opgenomen door ons lichaam en levert het dezelfde energie (4kcal/g) als alle andere suikers. Het trage karakter draagt dan weer bij tot een constante en gespreide energievoorziening.